-
1 diet
n. voeding, voedsel, dieet--------v. eetregels vaststellen, dieet houden, op dieet gaandiet1[ dajjət] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 dieet ⇒ regime, leefregel♦voorbeelden:————————diet2II 〈 overgankelijk werkwoord〉 -
2 staple
adj. voornaamste, hoofdbestanddeel--------n. kram, nietje; hoofdbestanddeel, ruwe onbewerkte (grond)stof; vezel, draad (v. wol)--------v. krammen, nietenstaple1[ steepl] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 niet(je)6 vezel————————staple2♦voorbeelden:staple products • stapelproducten————————staple3〈 werkwoord〉
Перевод: с английского на все языки
со всех языков на английский- Со всех языков на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский